De negatieve spiraal

De Negatieve spiraal.

Afleidingen zijn vaak oorzaken van een negatieve spiraal in je spel.
Een simpel voorbeeld: Je zit te lezen, de deurbel of telefoon gaat.
Op dat moment wordt je afgeleid en gewoon doorlezen is dan heel moeilijk.

Niet sportgebonden situaties die voor afleidingen zorgen:
Stress door situaties zoals: Overlijden, huwelijk en scheiding. Het kopen van een huis. Een dreigend ontslag.
Problemen op school, het werk en in de thuissituatie (zoals ziekte)
Honger, dorst en vermoeidheid

Sportgebonden situaties die voor afleidingen zorgen:
Te hoog gespannen verwachtingen. Slechte omstandigheden waaronder je moet spelen.
Bijvoorbeeld: rumoer in de boulehal. Hiervan zijn nog veel meer voorbeelden te noemen zoals. slechte verlichting, warmte, koude etc. en situaties die slechter zijn dan werd verwacht.
Vertrouwen op het feit van goed en slecht trainen. Waarbij de gedachte “ik hoop dat het tijdens de wedstrijd niet zo slecht gaat als nu” je minder zelfvertrouwen tijdens de warming-up en voor de wedstrijd zal geven.

Toeschouwers:
Prestaties doe je ook voor het publiek (laten zien wat je kunt of wat je nog niet kunt)
Toeschouwers hebben invloed op je prestaties. Denk aan de twaalfde man bij het voetbal.
Iemand met uitstekende trainingsprestaties, maar in wedstrijden lukt het niet.
Na onderzoek is bewezen dat toeschouwers een positieve en een negatieve invloed op de sporter kunnen hebben. De aanwezigheid van publiek zorgt voor lichamelijke spanning of emotionele opwinding. Bijvoorbeeld: bang zijn voor gezichtsverlies, af te gaan of te falen.
Welke lichamelijke spanning of emotionele opwinding hangt af van de moeilijkheid van de taak en /of de getraindheid van de taak. Bij een simpele of goed getrainde taak overheersen de goede uitvoeringen. Bij een moeilijke of slecht getrainde taak overheersen de slechte uitvoeringen. Let op sommige taken zullen nooit simpel worden. Bijvoorbeeld biljarten of petanque waarbij steeds nieuwe problemen moeten worden opgelost.

Het oordeel van het publiek
Sporters stellen zich nu eenmaal regelmatig de vraag wat andere van ze denken. Langs de lijn zijn de oordelen al dan niet positief, duidelijk te horen. Verder gaan opmerkingen door een trainer over hij / zij wordt te oud niet in de koude kleren zitten.

Bestuursperikelen: binnen een vereniging geven onzekerheid. En onzekerheid is een basis voor stress.

De trainer / coach:
Meegeven van te veel opdrachten. Schreeuwen op de verkeerde momenten.
Onzekerheid over de opstelling (wel of niet mogen meespelen) Een rol geven aan een speler die hij niet aan kan.
Communicatie met de spelers. (deze vorm van afleiding is er altijd)

Wedstrijdsituaties
Het scoren in het belang van de wedstrijd. Bij achterstand raken veel sporters gefixeerd op het resultaat in plaats van op goed spelen. “Goed spelen is een voorwaarde voor een goed resultaat”. De wedstrijd vordert, de spanning stijgt. De druk om te scoren of de voorsprong te verdedigen neemt toe. De aandacht verschuift van gericht op het spel naar gericht op het resultaat met de kans dat je uiteindelijk toch nog verliest.

Teamleden:
Bepaalde relaties en verhoudingen binnen een team kunnen ervoor zorgen dat een individu niet optimaal presteert De communicatie tussen spelers onderling is vaak een bron van ergernis. Mensen maken zich kwaad, schelden of worden apathisch.
Dit leidt henzelf en ook andere af van het spel of de taak waarmee je bezig bent.
Cohesie (teamgeest) = aantrekkingskracht tussen leden van de groep.
Verder is cohesie een kenmerk van een groep waarin de krachten die de leden ervaren om in de groep te blijven, sterker zijn dan de krachten die de leden ervaren om uit de groep te stappen.

Bijgeloof:
Sporters hechten waarde aan voorwerpen of rituelen als het gaat om het leveren van prestaties.
Bijgeloof is prima, zolang het je gedachten maar bij de goede prestatie houdt.
Soms worden zaken overdreven. In gevallen waarbij je als sporter uit je doen raakt door bijgeloof heeft bijgeloof negatieve gevolgen voor de prestaties.

Pers, commercie, geld en status:
Het zoeken naar sponsors kan ook voor afleiding zorgen.

De sporter zelf
Alle hiervoor genoemde afleidingen hebben gemeen dat de sporter ze zelf inschat, ofwel op een bepaalde manier uitlegt. Deze gedachten, ook wel zelfspraak genoemd of communicatie met jezelf kunnen je afleiden van de taak waar mee je bezig bent.

De R.E.T.
Staat voor Rationele Emotieve Training
De grondgedachte is dat het niet de dingen zelf zijn die mensen uit hun evenwicht brengen maar de manier waarop ze worden waargenomen of geïnterpreteerd.
Met andere woorden, gevoelens worden niet veroorzaakt door de gebeurtenissen zelf maar door wat je denkt over de gebeurtenissen.

De meest voorkomende gedachten en gevoelens bij sporters die een negatief effect hebben op hun prestaties zijn:
Perfectie is essentieel (nooit echt tevreden zijn)
Catastroferen (erger maken dan het is)
Mijn waarde als sporter (mens) hangt af van mijn prestaties (zich waardeloos voelen)
Personalisatie (alles op jezelf betrekken)
Fair treatment (persoonlijke voorkeur moet gedaan worden)
Ideale condities (coach moet de gemakkelijkste weg naar de top kiezen)
Schuld geven (aan een ander)
Denken in uitersten (goed/slecht, winnen/verliezen)
One trial generalisatie (het ging één keer niet goed, nu gaat het altijd fout)
Ik mag niet accepteren dat het fout gaat.

Deze gedachten komen vaak voor bij sporters die moeten presteren en ze leiden erg af van de taken die uitgevoerd moeten worden.

Wim van de Meer.

Reacties zijn gesloten.